29 Februari 189G. 75 Door het departement van oorlog is slechts in koop gevraagd 250 vierkante meter, terwijl, volgens het voorstel, in het Valkenberg zal worden afgestaan 520 vierkante meter. Ofschoon burgemeester en wethouders hierbij het oog ge vestigd hebben op eene verbetering van verkeerswegen, meent spreker, dat over den onvoldoenden toestand dier verkeers wegen nog nooit is geklaagd en dat het verkeer te dier plaatse, ook zonder dien afstand, toch altijd nog voldoende is. Wanneer het departement van oorlog de mestvaalt zou bebouwen, dan gaat daardoor een schoon plein voor de gemeente verloren en zulks juist in eene buurt, waar voor de jeugd behoefte bestaat, om in de open lucht eene speelplaats te vinden. Spreker zou het derhalve nadeelig achten, wanneer de raad zich met het voorstel tot afstand van dien grond vereenigde. De voorzitter wijst erop, dat het terrein der voormalige mestvaalt verhuurd is, zoodat thans het terrein ook niet als speelplaats voor kinderen kan gebezigd worden. De heer Teyciiiné herinnert er aan, dat de ruiling is voor gesteld en de bouwcommissie zich met dat voorstel heeft vereenigd, omdat ter bedoelde plaatse nog een gedeelte van het trottoir aan het rijk in eigendom behoort. Wanneer het rijk dien grond zou bebouwen of wel ging afsluiten, dan was er in het geheel geen voldoende verkeersweg meer. De heer Heijlaerts kan zich wel vereenigen met den afstand van grond in het Valkenberg, zooals door burgemeester en wethouders is voorgesteld, omdat hun plan voor het aanzien van het Valkenberg beter is dan dat, vervat in de aanvrage. De voorzitter erkent, dat volgens het ontwerp van burgemeester en wethouders het Valkenberg fraaier zal worden, doch spreker meent erop te moeten wijzen, dat slechts mach tiging wordt gevraagd tot het aanknoopen van onderhande lingen in den voorgestelden geest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 75