29 Febkuam 1896 77 2. Qntwerp-verordening tot regeling van liet pensioen van gemeente-ambtenaren en hu-me -weduwen en weezen, in verband met de bestaande verordening, regelende het pen sioen enkel van gemeente-ambtenaren en bedienden. De voorzitter stelt deze zaak aan de orde en wil gaarne het woord verleenen aan hem, die zijn verlangen daartoe kenbaar maakt. Het komt den heer Van Dam voor, dat het hier een on derwerp geldt van zeer gewichtigen aard en de discussiën wellicht aanleiding zullen geven tot eenige wijzigingen, zoodat de behandeling ervan in deze vergadering niet ten einde zal kunnen worden gebracht. Spreker geeft mitsdien in over weging, de onderwerpelijke verordening in eene afzonderlijke vergadering te behandelen. De voorzitter is volgaarne bereid daarvoor eene speciale raadsvergadering te beleggen. Spreker herhaalt evenwel een vroeger gedaan verziek, om eventueele amendementen te voren schriftelijk in te dienen. De heer Sassen vindt een uitstel jammer. Spreker meent dat de behandeling der verordening in een uur zou kunnen afloopen. De heer Van Dam herhaalt zijn voorstel om de verordening in eene volgende vergadering te behandelen. Spreker gelooft niet, dat de raad daarmede vandaag zou gereed komen. In dat geval zal spoedig eene nieuwe vergadering worden belegd, zegt de voorzitter. De heer Scheltus vraagt, of niet allereerst de principieels kwestie van dit onderwerp kan behandeld worden, namelijk de vraag, of de weduwen en weezen van gemeente-ambte naren in het pensioenfonds zullen worden opgenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 77