7 Maart 189(5. 83 overige artikelen dezer verordening, voor zoover deze geen verband houden met de bestaande verordening op het gemeentelijk pensioenfonds, waarbij het hier- bedoeld onderscheid nog aanwezig is. Art. 2. Voor de toepassing van deze verordening worden als ambte naren der gemeente beschouwd degenen, die van eene vaste aanstelling zijn voorzien en vallen onder de categorieën, welke voorkomen op den hierbij behoorenden staat of bij nader besluit van den gemeenteraad daarop worden gebracht. Ambtenaren op wachtgeld worden geacht in dienst der gemeente te zijn. De heer Reigersman wijst er op, dat volgens het ontwerp ook de tijdelijke ambtenaren worden opgenomen in het pensioen fonds. Uit dien hoofde wenscht spreker de woorden »die van eene vaste aanstelling zijn voorzien" te doen vervangen door de woorden »zoowel zij, die van eene tijdelijke als vaste aanstelling zijn voorzien". Spreker heeft hierbij ook eenigszins het oog op het invalid iteits-pensioen. Wellicht ware het dan beter, om het woord »vaste" geheel te doen wegvallen, zegt de voorzitter. Na eene korte gedachtenwisseling tusschen den lieer Rei gersman en den voorzitter wordt goedgekeurd om de aangehaalde zinsnede te doen lezen: »die van eene tijdelijke of vaste aanstelling zijn voorzien", enz. De heer Van Dam vraagt, of door de goedkeuring van dit artikel ook gelijktijdig de daarbij behoorende tabel wordt vastgesteld. De voorzitter antwoordt hierop ontkennend en zegt, dat het in zijne bedoeling ligt. om de vaststelling daarvan tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 83