8
4 Januari 1896.
Brabant van den 2(len November 1893, G, n°. 99, 2do afdeeling,
»3de bureau, contractanten ter eene zijde, en
«Antonius Schellekens, voorzitter, en Jacobus Johannes
»van Mierlo, loco-secretaris van bet kerkbestuur der R.-K.
«parochie van de H. Barbara te Breda, en als zoodanig dat
«kerkbestuur vertegenwoordigende, contractanten ter andere
»zijde, zijn overeengekomen als volgt
1°. «Contractanten ter eene zijde staan aan contractanten
«ter andere zijde in eigendom af, welke laatsten verklaren
«in eigendom te aanvaarden, een stuk gemeentegrond, gelegen
«ten noorden van het perceel van de contractanten ter
«andere zijde, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie A,
»n°. 1931, aan de Leuvenaarsstraat, deeluitmakende van het
«perceel kadastraal bekend gemeente Breda, sectie A, n°.
«4802, ter oppervlakte van ongeveer tachtig centiaren, zooals
«dit op het terrein met piketpalen is afgebakend, volgens de
«aan dit contract gehechte situatie-teekening.
2°. «Contractanten ter andere zijde verbinden zich tot het
«volgende
a. «binnen één jaarna de onderteekening van dit
«contract, op den gekochten grond een gebouw te
«stichten, waarvan de naar de openbare straat ge-
«keerde gevelwelke op de nieuwe rooilijn moet
«worden gebouwd, geene mindere hoogte dan acht
«meter boven de kruin der straat mag hebben;
Ij. «dat door hen of hunne rechtverkrijgenden op den
«gekochten grond, noch op het voormeld perceel sectie
»A, n°. 1931, nimmer achterwoningen of bergplaatsen
«van lompen, heenderen of andere voor de gezondheid
«schadelijke stoffen worden opgericht.
3°. «Wanneer de koopers of hunne rechtverkrijgenden
«aan een der sub 2 gestelde voorwaarden niet voldoen,
«zullen zij, na te hunnen koste in gebreke te zijn gesteld,
