98
7 Maart 1896.
vraagt, of de heer Teychiné- zich met het voorstel van
burgemeester en wethouders kan vereenigen en alzoo bereid
is zijn amendement te dien opzichte in te trekken.
De heer Teychiné antwoordt hierop bevestigend, waarna
het betrokken artikel met de daarop door burgemeester en
wethouders voorgestelde wijzigingen wordt goedgekeurd, nadat
vooraf in paragraaf 6 het woord «ouderdom" door «leeftijd"
is vervangen.
Art. 25.
Onder wedde of belooning worden verstaan de inkomsten,
hetzij vast, hetzij bij percentsgewijze berekening, aan het
ambt verbonden, voor zoover die niet strekken tot vergoeding
van onkosten, door de waarneming van den dienst veroorzaakt.
Bureaukosten, schadeloosstellingen, reiskosten, belooningen
voor de waarneming van bijzondere commissiën, tijdelijke
inkomsten en toevallige baten en voordeelen worden niet als
wedde of belooning gerekend.
Daarentegen wordt het van gemeentewege verstrekt koste
loos genot van woning, vuur, licht, waterleiding en huisvesting,
te zamen of afzonderlijk, als bezoldiging aangemerkt.
Dit artikel wordt goedgekeurd na eene korte toe
lichting door den voorzitter omtrent het doel der
weglating van de woorden «voeding en uniform-
kleeding".
Art. 26.
Bij de benoeming tot een ambt wordt de som bepaald,
die tot grondslag moet strekken zoo voor de berekening van
de overeenkomstig het bepaalde bij art. 24 verschuldigde
bijdragen, als voor de latere regeling van het pensioen.
Bij elke verandering van belooning wordt de grondslag
voor het pensioen opnieuw geregeld of bevestigd.
Gedurende den tijd, dat wachtgeld genoten wordt, blijft
de grondslag gehandhaafd, die gold vóór dat het wachtgeld
werd toegekend.