100 24 April 4897. «bedrag van vijf en twintig centmet dien ver- «standedat voor het loopende jaar dit bedrag «onmiddellijk na het uitreiken van deze akte moet «plaats hebben c. «dat bij intrekking der hierbedoelde vergunningde «adressant of zijne rechtverkrijgenden op de eerste «aanzegging door of vanwege het gemeentebestuur, «en binnen den daarbij te stellen termijn, verplicht «zijn den in den muur gemaakten uitgang op «hunne kosten dicht te metselenzullende bij het «niet in acht nemen van dien termijn daarin door «de gemeente en op kosten van de nalatigen wor- «den voorzien.3 De voorzitter stelt het adres aan de orde. De heer Heylaerts vraagt of in de voorwaarden ook de 'bepaling is opgenomendat geene rijtuigen in het poortje mogen blijven staanwelke bepaling door spreker zeer wenschelijk wordt geacht. De voorzitter wijst erop, dat hierin reeds bij de politie-verordening is voorzien. De heer Teychiné vraagtof het aan het gemeentebestuur bekend isdat adressant de gestelde voorwaarden zal .aannemen. Volgens die voorwaarden moetbij intrekking ■der vergunningde bestaande en te maken opening geheel •worden dichtgemetseld, waardoor adressant ook de tegen woordige uitgang geheel zou verliezenniettegenstaande er twijfel bestaatdat de gemeente eigenares is van de hier bedoelde gang zonder dat daarop eenig servituut gevestigd is. Liever zag spreker dan ook de betrekkelijke voorwaarden vervangen door de bepalingdatbij intrekking der vergun ning de uitgang in den vorigen toestand moet worden teruggebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 100