24 April 1897. 105 12. Adres van het bestuur der muziekvereeniging Cecilia" te Bredaerkend bij koninklijk besluit van 24 April 1891, n°. 18, daarbij eene subsidie verzoekende van 1000, ten behoeve van het dezen zomer te houden doorloopend festival voor harmonie- en fanfarekorpsen, ter herdenking van het 25-jarig bestaan dier vereeniging. De voorzitter vraagt, of de raad dit adres in be handeling wenscht te nemen. De heer IngenHousz stelt voor het adres te verzenden naar burgemeester en wethouders om prse-advies. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. 13. Adres van M. A. Kuijtenbrouwer, directeur der Gin- nekensche tramweg-maatschappij, te Ginneken, daarbij, in verband met bestaande plannen tot den aanleg eener straat van de Wilhelminastraat te Breda af, voerende naar het Mastbosch, verzoekende, bij eventueele ten uitvoerlegging van dat plan, aan de Ginnekensche tramweg-maatschappij vergunning te verleenen, om in die nieuwe straat rails te leggen, ten einde daarop een tramwagendienst te kunnen inrichten. De voorzitter geeft in overweging dit adres eveneens te verzenden naar burgemeester en wethouders om prae-advies. Waartoe besloten wordt. 14. Adres van A. Bank, te Breda, pachter der gemeente- visseherijenthans gedetineerd in de strafgevangenis alhier, daarbij verzoekende ontslagen te worden van de pacht van gemelde visscherijen. De voorzitter stelt voor aan verzoeker de gevraagde ontheffing te verleenen, te rekenen te zijn ingegaan op 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 105