118 22 Mei 1897. 10. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 10 Mei 1897, n°. 595, daarbij, wegens de periodieke aftre ding op 1 Juni a.s. van een lid van het burgerlijk armbe stuur in deze gemeente, ter voorziening in dievacature aanbevelende 1°. den heer J. A. J. W. van Hal, aftredend lid. 2°. den heer Ch. Laurijssen met uitnoodiging tevens den voorzitter van dat bestuur te willen aanwijzen, daar de beer Van Hal ook als zoodanig op 1 Juni a.s. aftreedt. Wordt overgegaan tot de benoeming van een lid, tevens voorzitter, van het burgerlijk armbestuur alhier. Er worden uitgebracht 15 stemmen, waarvan 14 op den heer Van Hal en 1 op den heer Laurijssen. Zoodat de heer J. A. ,T. W. van Hal voornoemd opnieuw is benoemd tot lid en voorzitter van het burgerlijk armbestuur in deze gemeente en zulks voor den gewonen tijd van zitting. 11. Schrijven van burgemeester en wethouders, d.d. 17 Mei 1897, n°. 628, daarbij, wegens de periodieke aftreding op 1 Juni a.s. van een lid van het bestuur van het oude mannenhuis alhier, ter voorziening in die vacature aanbe velende 1°. den heer J. A. ,T. W. van Hal, aftredend lid. 2°. den heer mr. M. P. M. van Dam. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 15 stemmen, waarvan verkrijgen de heer Van Hal 13 en de heer Van Dam 2 stemmen. Zoodat de heer J. A. J. W. van Hal voornoemd opnieuw is benoemd tot lid van het bestuur van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 118