m '22 Mei 1897. »cretaris-penningmeester niet meer in overeenstemming is »met zijne tegenwoordige werkzaamheden. »W. G. H. ROMBOÜTS. »J. A. J. W. VAN HAL. »B. C. VAN DONGEN." De voorzitter dankt de commissie en in 't bijzonder haren rapporteur voor liet uitgebracht verslag en stelt voor gemelde rekening goed te keuren en het rapport ter kennis te brengen van dé betrokken commissie voor het pensioen fonds. Nadat de heer Nelissen nog eenige ophelderingen heeft gevraagd omtrent de voorschriften van geldsbelegging en waaromtrent door den voorzitter de noodige inlichtingen worden verschaft, wordt het voorstel van laatstgenoemde zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De voorzitter en de heeren Nelissen Scheltus Teychiné en Bloemarts, uitmakende de commissie van bestuur van gemeld pensioenfonds, wenschen geacht te worden niet tot voormeld besluit te hebben medegewerkt. 4. Door den heer Heijlaerts wordt namens de commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening en verant woording van het oude-mannenhuis over 1896, gerapporteerd, dat het onderzoek dier rekening en bescheiden tot geene bemerkingen heeft aanleiding gegeven en de commissie mitsdien adviseert gemelde rekening goed te keuren. De voorzitter dankt de commissie en in 't bijzonder haren rapporteur voor het uitgebracht verslag en stelt voor, overeenkomstig de conclusie daarvan, de onderwerpelijke rekening goed te keuren. Waartoe zonder bedenking besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 123