Ui 5 Juni 1897. De voorzitter wijst erop, dat het eene zaak is van groote gevolgen, omdat zij een verlies van f 15000,na zich zal slepen en de raad dus het voorstel met de meeste nauw gezetheid behoort te overwegen. Spreker stelt derhalve voor dit punt aan te houden tot eene volgende vergadering. Het tijdstip, waarop de verlaging van den gasprijs, bij eventueele aanneming van het voorstel, zal ingaan, behoeft hierdoor geene wijziging te ondergaan, omdat de verschuldigde gas- rechten over de maand Juli eerst na 1 Augustus worden ingevorderd. De heer Rombouts geeft zijne verwondering te kennen over dit voorstel tot verdaging door den voorzitter, te meer omdat burgemeester en wethouders besloten hebben het punt op de agenda te plaatsen. Ook den heer Sciieltus bevreemdt dit voorstel, omdat daarvan aan burgemeester en wethouders geene mededeeling is gedaan. Overigens is het voorstel tot verlaging van den gasprijs zoo duidelijk en helder uiteengezet, dat de leden zonder veel moeite zich daarvan volkomen op de hoogte hebben kunnen stellen. De voorzitter doet de beide vorige sprekers opmerken, dat de orde der vergadering door hem wordt vastgesteld. De heer Reigersman acht de zaak van zooveel belang, dat de raadsleden haar wel van alle kanten mogen bezien, al vorens eene beslissing te nemen. Spreker ondersteunt der halve het voorstel van den voorzitter. De heer Sassen vereenigt zich met het gesprokene door de heeren Rombouts en Scheltus en meent, met het oog op de overige punten der agenda, dat deze vergadering hoofd zakelijk is belegd voor de behandeling der onderwerpelijke zaak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 147