148 5 Juni 1897. Vooral punt 4 der agenda, zegt de voorzitter, heeft het houden dezer vergadering noodzakelijk gemaakt. De heer Heijlaerts ondersteunt het voorstel des voor zitters en acht het noodig de zaak grondig te bestudeeren, vooral nu de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat eene ver hooging van den hoofdelijken omslag het gevolg zou kunnen zijn van de voorgestelde prijsvermindering. De heer Bloemaiits, zijne verwondering te kennen gevende over den onaangenamen toon, waarmede het voorstel des voorzitters bejegend is, kan zich niet begrijpen, welke be zwaren er tegen dit voorstel kunnen bestaan. Spreker wijst erop, dat de meeste leden eerst sedert enkele dagen in kennis zijn gesteld met het voorstel en, wegens andere drukke bezig heden, niet in staat zijn geweest zich een zelfstandig oordeel over de zaak te kunnen vormen. Daartoe is het enkel nalezen van de stukken niet voldoende, maar dient ook te worden onderzocht, hoe een en ander elders is geregeld en welke iinancieele gevolgen het verminderen van den gasprijs heb ben zal. De heer Teychiné, hoewel een der voorstellers van de prijs vermindering, ziet er evenmin bezwaar in om het voorstel tot eene volgende vergadering aan te houden. Het voorstel des voorzitters wordt alsnu in stemming ge bracht, doch verworpen met 9 tegen 8 stemmen. Tegen stemden de lieeren Versciiraage, IngenHousz, Rom- bouts, Scheltus, Rees, Sassen, Lijdsman, Nelissen en Mathon. Vóór waren de lieeren Teychiné, Bloemarts, Van Aicen, Van Dongen, Van Hal, Reigersman, Heijlaerts en de v o o r- zitter. De voorzitter thans de behandeling der zaak aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 148