150 5 Juni 1897. De heer Meijlaerts meent uit de discussiën te moeten afleiden, dat verlaging van den gasprijs met 1 cent per M3. werkelijk eene verhooging van den hoofdelijken omslag zal ten gevolge hebben. Daartegen heeft spreker bezwaar, zoodat hij zich niet met dat voorstel kan vereenigen. De heer Rombouts, een terugblik werpende op de exploi tatie der gasfabriek en de cijters daarvan tot grondslag ne mende, wijst erop, dat, waren er in 1896 geene buitengewone uitgaven geweest, de gasfabriek eene winst zou hebben opge leverd van f 44 540,08, terwijl op de begrooting voor 1897 een batig saldo is geraamd van f 26 277,50. De buitengewone uitgaven door buitengewone inkomsten dekkende, is eene som van f 18000,- disponibel om liet verlies van f 15000,te dekken. Hoe billijk eene verhooging van den hoofdelijken omslag ook zoude zijn, zal dat blijken niet noodig te zijn. En onge twijfeld zou een verlies ook spoedig gedekt zijn door een ruimer verbruik. Uit de geschiedenis der gasfabriek blijkt, dat men steeds gestreefd heeft naar eene winst ter storting in de gemeente kas van f 25000,het restant diende tot uitbreidingen deze winst blijft behouden, zegt spreker. Wanneer men ziet, dat de vermindering van het gas in '1887 van 9 op 7 cent direct eene vermeerdering van ruim 100 000 M3. tengevolge had, dat, toen op 1 Juli 1891 het gas gebracht werd op 6 cent, in dat jaar de toename ruim 154 000 M3. was, die over de beide volgende jaren nog met eene jaarlijksche vermeerdering van ongeveer 100 000 M?>. ge volgd werd, dan blijkt ten duidelijkste wat de gevolgen van verlaging geweest zijn. Doch wanneer dan mede blijkt, en hierop vestigt spreker de bijzondere aandacht, dat in 1894 een teruggang was van 37 809 M3. en tevens, dat in het geheel het verbruik van 31 December 1893 tot 31 December 1896 slechts vermeerderd is met 33 805 M:>\, dan vordert het koopmansstandpunt, dat naar middelen worde omgezien om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 150