"17 Juli 1897. 169 De voorzitter stelt voor op dit adres gunstig te be schikken. Niemand daartegen bedenking hebbende, wordt besloten aan den heer mr. W. J. G. baron Van Oldeneel tot Oldenzeel voornoemd onderhands voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 September 1897, te verpachten het jaclitrecht op de eigen dommen dezer gemeente, gelegen ter plaatse ge naamd 5)de lage lieide« onder de gemeente Ooster hout, kadastraal bekend sectie I, nos. 28, 29, 30, 31, 31a, 32, 33, 197 en 198, ter gezamenlijke grootte van 27,47,10 hectaren, tegen eene jaarlijksche pachtsom van vijf gulden en op de verder be staande voorwaarden. 3. Adressen van mevrouw de weduwe Smits- Van Waes- berghe en W. J. Baijens, beiden wonende te Breda, daarbij ieder voor zich in koop verzoekende een gedeelte grond van de gedempte Oude Vest, thans bij adressanten krachtens huur van de gemeente in gebruik. Bij deze adressen zijn gevoegd ontwerp-akten, behelzende de voorwaarden, die burgemeester en wethouders aan den eventueelen verkoop wenschen te verbinden. De voorzitter vraagt of de raad bereid is, overeen komstig de overgelegde ontwerp-voorwaarden, tot den voor genomen verkoop te besluiten. Niemand daartegen bedenking hebbende, wordt besloten in koop af te staan a. aan mevrouw P. M. C. P. van Waesberghe, weduwe van den heer F. H. M. Smits, te Breda, het westelijk gedeelte van het perceel, kada straal bekend gemeente Breda, sectie B, n°. 3991, deel uitmakende van den door demping /erkregen grond van den waterloop »de Oude

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 169