181 17 Juli 1897. De heer Heijlaerts vindt eene nieuwe huisnummering op den voorgenomen voet alleszins wen schel ijk, vooral om dat de tegenwoordige regeling nog al tot verwarring aan leiding geeft. De heer Reigersman vraagt of de oude nummers behouden blijven en meent, dat de nieuwe nummering anders eigen aardige bezwaren zal opleveren, omdat de identiteit der woningen daardoor als 't ware zou verloren gaan. Spreker acht het derhalve wenschelijk de bestaande nummers te handhaven en daarnaast de nieuwe aan te brengen. De voorzitter zegt, dat het in de bedoeling ligt van burgemeester en wethouders om de bestaande nummering te bewaren. De nieuwe nummering zal voor de eerste maal op kosten der gemeente geschieden, terwijl op de grootte der nummers voldoende zal worden acht geslagen. De heer Teyciiiné deelt de bezwaren van den heer Reigersman niet en ziet het nut er niet van in. om de oude nummers te behouden. Bij eigendomsoverdrachten wordt, sedert de invoering van het kadaster, altijd van de kadastrale nummers gebruik gemaakt. De voorzitter meent, dat voor buitenlandsche adres boeken, die reeds 6 a 7 jaren bestaan, het behoud der oude nummers voorloopig wel eenig nut kan opleveren. De heer Teychiné is van oordeel, dat het aanwezig blijven der oude nummers op de woningen in geen geval verplich tend mag worden gesteld. Spreker vindt dit onooglijk en wijst erop, dat de meeste groote fabrikanten zich bij elke nieuwe uitgave telkens een ander adresboek aanschaften. De heer Sassen deelt het gevoelen van den heer Teychiné en meent, dat het behoud van dubbele nummers tot veel vuldige bezwaren zal aanleiding geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 181