14 Augustus 1897.
ONTWERP.
Tegenwoordig de heeren A. J. A. VERSCHRAAGE, F.
M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM. W. G. H.
ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, J. A. VAN AKEN. H. A.
SASSEN, J. LIJDSMAN, B. C. VAN DONGEN, J. A. J.
W. VAN HAL en E. H. A. GIJL JÉburgemeester, voor
zitter.
Afwezig de heeren .1. J. L. TEYOHINÉ, mr. P. BLOEMARTS,
A. J. REES, mr. Th. MATHON, J. J. NELISSEN, mr. W.
INGENHOUSZ en mr. A. REIGERSMAN.
Eéne vacature.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 17 Juli
1897, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor
de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn
toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voor
lezing daarvan verlangt ot eenige bemerkingen daartegen in
het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrijven
van den heer mr. A. Reigersman, d.d. 29 Juli 1897, berich
tende, dat hij gedurende de geheele maand Augustus uit-
stedig zal zijn en derhalve de raadsvergaderingen in dien tijd
niet zal bijwonen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.