44 Augustus 1897.
185
Waartoe besloten wordt.
3. Proces-verbaal van de op 4 Augustus 1897 gedane
kasopneming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt,
dat de boeken regelmatig zijn bijgehouden en het onderzoek
der registers en bescheiden tot geene bemerkingen heeft
aanleiding gegeven, terwijl de ontvangsten over het dienst
jaar 1897benevens het batig slot over 1896nog niet op
de begrooting gebracht, hebben bedragen f 365 820,02 en de
uitgaven over het dienstjaar 1897 317 483.883, zoodat der
halve in kas moest zijn een bedrag van 48 336,135. Ten
kantore van den ontvanger is aanwezig bevonden eene som
van f 22 580,755, welke som met het saldo, aanwezig bij de
Amsterdamsche bank tot betaling van coupons en uitgelote
obligatiënad f 25 755,38overeenstemt met het hiervoor
genoemde voordeelig saldo.
De voorzitter stelt voor dit proces-verbaal voor kennis
geving aan te nemen.
Waartoe zonder bedenking besloten wordt.
4. Schrijven van burgemeester en wethouders, d.d. 27
Juli 1897, n°. 886, daarbij ter voorloopige vaststelling aan
biedende de rekening dezer gemeente over 1896 met bijlagen,
bedragende
de ontvangstenf 541 863,77
de uitgaven- 523149,485
zoodat de rekening sluit met een batig slot van 18 714,285.
De rekening uit het legaat van wijlen dr. L. F. W. van
Cooth bedraagt:
in ontvangstf 14 316,63
in uitgaaf- 16 082,085,
sluitende die rekening alzoo met een na-
deelig slot vanf 1 765,455
welk nadeelig slot begrepen is in de gemeenterekening.