190 14 Augustus 1897. noodzakelijke herstelling daardoor niet worden vertraagd. Op verzoek van het gemeentebestuur van Breda zullen de herstellingskosten, geraamd op f 5750,over de dienstjaren 1897 en 1898 worden verdeeld. Spreker vraagt ten slotte of deze regeling de goedkeuring der vergadering kan weg dragen. Niemand daartegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 11. Geloofsbrieven van de hij de periodieke verkiezing op 29 Juni 1897 en de daaruit voortgevloeide stemmingen her kozen en gekozen leden van den raad, de heeren J. J. Nelissen en A. J. Rees, voor het lste district, H. A. Sassen en W. J. Slechtriem, voor het 2de district en A. P. Sciieltus enJ. Lijdsman, voor het 3de district, alsmede de geloofsbrieven van het bij de stemming op 10 Augustus 1897 gekozen lid van den raad voor het lste district, den heer L. J. Staal. Op voorstel van den voorzitter wordt eene commissie van drie leden benoemd tot het onderzoek der geloofsbrieven en het doen van verslag, waartoe, op het verlangen van den raad, dat deze commissieleden door den voorzitter zullen worden aangewezen, door hem als zoodanig worden benoemd de heeren Van Dam, Heijlaerts en Verschraage. Deze commissie, zich tot dat einde verwijderd hebbende, wordt de vergadering voor een oogenblik geschorst. Het onderzoek afgeloopen zijnde en na heropening der vergadering, rapporteert de commissie, bij monde van den heer Heijlaerts, dat de overgelegde stukken in de vereischte orde zijn bevonden en mitsdien tot toelating van de voor genoemde heeren wordt geconcludeerd. De voorzitter dankt de commissie en in 't bijzonder haren rapporteur voor het gehouden onderzoek en uitge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 190