16 Januari 1897.
19
of uit te storten. En toch zal niet gezegd worden, dat de
Duitsche industrie bij de Nederlandsche ten achter staat.
In de fabriek van den heer Van Winsum kan zeer goed een
waterreservoir worden aangebracht; dat kan eenige kosten
na zich slepen, doch de toestand zal vrijwel onveranderd
blijven, alleen met dit onderscheid, dat dan in zuiver water
kan worden gespoeld, waar dit nu geschiedt in modderwater.
Eene demping tot aan de zout- en zeepziederij van mevrouw
de weduwe De Fraiture noemt spreker een halven maat
regel. Door eene gedeeltelijke demping van de Gampel gaan
wij denzelfden toestand scheppen als indertijd bij de brug
tegenover de woning van den heer Van Dam.
Ten opzichte van den verkoop van grond, door de dem
ping te verkrijgenis geen sprake van bevoorrechting. Bur
gemeester en wethouders zijn overtuigddat daarbij de gróótst
mogelijke billijkheid moet worden betracht. De grondverkoop
is trouwens eene kwestie van later; thans moet enkel op
den voorgrond staan het groot hygiënisch belangdat bij
de zaak betrokken is. Spreker gelooft derhalve, dat het
wenschelijk is reeds heden in principe tot de uitvoering van
het plan te besluiten, omdat er nog minstens drie maanden
moeten verloopenvoordat met de uitvoering een begin kan
worden gemaakt.
De heer Bloemarts, ofschoon veel gevoelende voor het
geen door de eerste sprekers over deze zaak is in het midden
gebracht, kan echter bezwaarlijk met het voorstel van den
heer Teychiné medegaan. Spreker meent, dat die leden
zich eenigszins laten vervoeren door hun nauwgezet billijk
heidsgevoel. De Gampel te gaan dempen voor twee derde
gedeelte en de rest te behouden tot de uitmonding van
riolenacht hij niet gewenscht. Gaarne onderschrijtt spreker
het argument van den heer Reigersman, wijzende op de
billijkheiddoch van den anderen kant moet het algemeen
belang worden gesteld boven het particulier belang. Zijn
die twee belangen niet overeen te brengendan ligt het