'14 Augustus 1897. 205 «Voor een voldoend toezicht behoort de gemeente in minstens »10 politiewijken verdeeld te worden, waarvoor alzoo 30 «agenten beschikbaar moeten zijn, maar behalve in dezen «bewakingsdienst moet nog in de volgende werkzaamheden «voorzien worden: dienst aan het station, bijzonder toezicht «ter plaatse van de Keizerstraat en Oude Yest op clandestiene «prostitutie, verder toezicht op markten, aan scholen, bij «huwelijken en begrafenissen. Voorts theoriehouden, minder jarigen overbrengengetuigen zijn in strafzakenenz. en «moet aan het hoofdbureau een agent steeds beschikbaar zijn üom hulp te verleenen, enz. »Het voorstel om het getal agenten op 34 te brengen berust «alzoo op de indeeling der gemeente in 10 wijkenwaarvoor «30 agenten noodig zijn en 1 voor vervanging der zieken en «van hen die verlof hebben, en voor buitengewone diensten. «De hoofdagenten zijn belast niet alleen met de controle «op den dienst der agenten, maar ook met het doen van «onderzoeken voor de justitie, het opmaken van processen- «verbaal, toezicht op de verandering van woonplaats, met «het toezicht op de nakoming der steeds in aantal toenemende «wetten, als hinderwet, drankwet, arbeidswet, veiligheids- «wet, enz. «De inspecteur van politie is belast met het uitmaken der «dienstenhet maken van processen-verbaal en het uitoefenen «der controle op de agenten, alsmede met een deel der «correspondentie, hij vervangt den commissaris bij diens «afwezigheiddoch bij het thans onvoldoend personeel en de «vele administratieve werkzaamheden ontbreekt hem de tijd «voor controlevan daar het voorstel tot aanstelling van een «adjunct-inspecteur van politie, waardoor de hulp in de admi- «nistratieve werkzaamhedenbenevens de controle bij den «nachtdienst, versterkt wordt. «In navolging van andere gemeenten van gelijken en «grooteren omvang dan Bredaacht ik het nuttig drie hulp- «bureaux van politie op te richten en wel één aan het station, «één aan de Nieuwehuizen achter het brandspuithuis op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 205