248
7 September 1897.
Zoodat is benoemd tot lid der commissie van
beheer der gemeentereiniging de heer J. Lijdsman
en zulks voor den tijd, dat de heer Mathon nog
zitting zoude gehad hebben.
Daarna wordt overgegaan tot de benoeming van een lid
in de commissie tot het ontwerpen der strafverordeningen.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 10 op den
den heer IngenHousz, 7 op den heer Reigersman en 1 op
den heer Rf.es.
Zoodat is benoemd tot lid in de commissie tot
het ontwerpen der strafverordeningen de heer
mr. W. IngenHousz en zulks voor den tijd, dat de
heer Matiion nog zitting zoude gehad hebben.
Alvorens met de behandeling der agenda voort te gaan,
wenscht de voorzitter een woord van dankbare herinnering
te wijden aan de leden, die in den laatsten tijd der verga
dering door den dood of door niet-herkiezing zijn ontvallen.
De diensten, door wijlen den heer Vreede aan de gemeente
bewezen, zijn zegt spreker reeds dankbaar herdacht, toen
het bericht van diens overlijden den raad bereikt had. Wat
den heer Van Aken aangaat, die gedurende 34 jaren als
lid van den raad, waarvan lf> jaren als wethouder, de be
langen van Breda op waardige wijze behartigd heeft en
die zich thans wegens zijn hoogen leeftijd niet meer her
kiesbaar stelde, hem zij nog vele jaren eene welverdiende
rust toegewenscht. Ook de heer Mathon, die gedurende
zes jaren lid van den gemeenteraad was, was steeds bereid
de belangen der gemeente naar vermogen te behartigen.
5. Geloofsbrief, met daarbij behoorende stukken, van den
heer J. H. Witsenborg, die bij de- stemming op 17 Augustus
1897 is gekozen tot lid van den raad dezer gemeente voor
het 3de kiesdistrict, in de plaats van den heer J. E. Vreede,
overleden.