224
7 September 1897.
14. Ontwerp-verordeningen tot voortzetting na 31 De
cember 1897 der heffing van verschillende belastingen, lui
dende als volgt
1. A. BESLUIT tot heffing- van een recht voor
openbare aankondigingen hl de ge
meente Bred a.
Artikel 1.
Er zal, te rekenen van 1 Januari 1898, binnen deze gemeente
een recht worden geheven wegens het doen van aankondi
gingen en bekendmakingen op de openbare aanplakborden
en aanplakzuilen.
Art. 2.
Het recht, bedoeld in de artt. 1 en 3, bedraagt voor elk
bord en elke aanplakzuil waarop de aanplakking geschiedt
vijf cent voor een half vel gewoon papier ter oppervlakte
van hoogstens 8 d.M2.
tien cent voor een geheel vel gewoon papier ter opper
vlakte van hoogstens 16 'd.M2.
vijf cent per 10 d.M2. (gedeelten van 10 d.M2. voor 10
d.M2. gerekend) voor biljetten grooter dan 16 d.M2.
Overplaklung wordt als eene nieuwe aanplakking aangemerkt.
Art. 3.
Voor zoover de ruimte het toelaat, kunnen op hoogstens
één vierde der oppervlakte van het bord of de aanplakzuil
doorloopende aankondigingen geschieden, waarvoor het recht
bedraagt f 1,per 50 d.M2. en per drie maanden, gedeelten
van oppervlakte en tijd voor geheelen gerekend.
Art. 4.
Van de betaling van het recht, in art. 2 bedoeld, zijn vrij
gesteld de aankondigingen van openbare besturen en instel
lingen of voor liefdadige doeleinden.