7 September 1897.
225
B. VERORDENING op (le inyordering van het
recht voor openbare aankondigingen in
de gemeente Breda.
Artikel 1.
Het te heffen recht wordt geïnd door den gemeente-aan
plakker, tegen vooruitbetaling, bij de overgifte der aan te
plakken biljetten.
Art. 2.
Ten bewijze dat het recht is voldaan, moet elk exemplaar
der aan te plakken aankondigingen door of vanwege den
commissaris van politie met een stempel gewaarmerkt zijn,
waarvan het model door burgemeester en wethouders wordt
vastgesteld.
Art. 3.
Het ontvangen recht wordt door den aanplakker bij den
gemeente-ontvanger gestort binnen de eerste vijf dagen van
de maanden April, Juli, October en Januari, telkens over het
alsdan afgeloopen vierendeeljaars.
Art. 4.
De storting geschiedt op staten, gewaarmerkt en goedge
keurd door den commissaris van politie.
Art. 5.
Voor zoover het recht volgens de bepaling van art. 1 niet
mocht voldaan zijn, zullen op de invordering daarvan toepasselijk
zijn de artt. 258262 der gemeentewet.
Art. 6.
Deze verordening treedt in werking op den eersten Januari
1898.