22
16 Januari 1897.
deelen. Spreker herhaalt derhalve zijn voorstel om het plan
aan te houden en aan burgemeester en wethouders op te
dragen met den heer Van Winsum in overleg te treden.
De heer Van Dam begrijpt het practisch nut van de zaak
niet, omdat toch niet met de uitvoering der werken kan
worden begonnen, daar men afhankelijk is van opschortende
voorwaarden. Wanneer burgemeester en wethouders te
voren overleg hadden gehouden met don heer Van Winsum,
dan was dergelijk voorstel thans niet uit den boezem der
vergadering gedaan.
De voorzitter wijst eropdat overleg met den heer
Van Winsum niet noodzakelijk was, omdat een recht tot
spoelen niet bestaat. Volgens de politie-verordening is dit
verboden en wordt het slechts oogluikend toegelaten. Ove
rigens kan op eenig openbaar water niet een servituut ge
vestigd worden.
De heer Reigersman betwijfelt of op het tijdstip, dat de
fabriek gebouwd werd, er eene politie-verordening zal bestaan
hebben, die het spoelen verbood. Naderhand zijn daarom
trent bepalingen gemaakt, doch de vraag in hoever dit
verbod op de fabriek toepasselijk is, zou wel eens eene
rechtskwestie kunnen worden. Overigens wordt het door
spreker betreurd deze mededeeling thans van het hoofd der
politie te moeten verftemen.
De heer Van Hal wenscht in het midden te brengen.dat
bij de discussiën geene argumenten tegen het ontwerp zijn
aangevoerd. Het is dan ook buiten allen twijfel, dat het
tegenwoordige plan het beste is, dat we tot nu toe gehad
hebben. Bij de behandeling der gemeente-begrooting had
spreker de geheele demping van de Gampel op den voorgrond
willen stellen, doch vrees voor oppositie met het oog op de
daaraan verbonden kosten heeft hem weerhouden. Thans
blijkt, dat die meerdere kosten gering zijn en nu daarbij ook de