230 7 September 1897. het verstrijken van den bepaalden termijn doen eindigen, dan heeft geene teruggave plaats. Art. 8. '5. De vergunningen kunnen door burgemeester en wethouders worden ingetrokken: 10. indien de jaarlijksche termijn van betaling voor 1 Februari niet is voldaan 20. indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden bij de vergunning gesteld en alsdan zonder teruggave van het betaalde recht, en zulks onverminderd de bevoegdheid hun verleend bij art. 180 der wet van 29 Juni 1851 Staatsblad n°. 85). Art. 9. De invordering dezer rechten geschiedt volgens de bepa lingen, vervat in de verordening vastgesteld den 7'1"11 Sep tember 1897. B. VERORDENING op (le invordering der rechten voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond. Artikel 1. De betaling van het recht geschiedt ten kantore en tegen kwitantie van den gemeente-ontvanger of van de ambtenaren, door burgemeester en wethouders aan te wijzen. Art. 2. De invordering geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 258262 der gemeentewet. Art. 3. Deze verordening treedt in werking op den eersten Januari 1898.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 230