7 September 1897. 235 gelegen achter het perceel aan den Beijerd alhier, sectie B, n°. 477. De voorzitter stelt voor het adres te verzenden naar burgemeester en wethouders om pras-advies. Waartoe besloten wordt. 18. Ontwerp-besluit tot het heffen van 65 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting, in extenso opge nomen in de raadsnotulen van 14 Augustus 1897, en waarvan de behandeling in die vergadering is aangehouden. De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer Teychiné verklaart, zich met het voorstel tot heffing van opcenten op de personeele belasting niet te kunnen vereenigen, omdat deze belasting hem onbillijk en onrechtvaardig voorkomt. Een greep doende in de aan slagen van verschillende belastingschuldigen, toont spreker door een drietal voorbeelden aan. dat de personeele belasting onregelmatig drukt en vraagt of deze voorbeelden, die nog met tal van andere te vermeerderen zijn, niet voldoende bewijzen, dat de opcenten op de personeele belasting even onbillijk als onrechtvaardig drukken, omdat zij den belas tingschuldige niet overeenkomstig zijn vermogen treffen. Ge makzucht of vrees mogen den raad niet weerhouden die be lasting af te schaffen, wanneer daardoor eene onbillijkheid kan worden weggenomen en daarom stelt spreker voor de opcenten op de personeele belasting na 1 Januari 1898 niet meer te heffen, doch in plaats daarvan den hoofdelijken om slag met f 40 000,te erhoogen. In geen geval zal spre ker medewerken, om de opcenten op het personeel nog lan ger in stand te houden. Het voorstel van den heer Teychiné wordt door verschil lende leden ondersteund en maakt alzoo een onderwerp van beraadslaging uit,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 235