236
7 September 1897.
De heer Sassen zal zijne stem geven aan het voorstel
van den heer Teychiné, eensdeels geleid door dezelfde over
wegingen als door den voorsteller zijn in 't midden gebracht
en ten andere, omdat hem gebleken is, dat in den hoofde-
lijken omslag 450 personen zijn aangeslagen, die geen per-
soneele belasting betalen en deze categorie van personen
alzoo op die wijze niet in de gemeentebelasting kunnen ge
troffen worden.
De heer Van Dam gelooft, dat de wijze, waarop deze zaak
thans wordt behandeld, niet gewenscht en zelfs gevaarlijk is,
omdat het voorstel van den heer Teychiné eene belangrijke
wijziging van het gemeentelijk belastingstelsel beoogt. Spreker
meent dat, wanneer de raad eener dergelijke wijziging ver
langt, het aan burgemeester en wethouders toekomt daartoe
de noodige voorstellen te doen en deze behoorlijk voor te
bereiden. Thans zullen de discussion tot verwarring aanleiding
geven, zoodat spreker in overweging geeft het punt, tot eene
volgende vergadering aan te houden, ten einde burgemeester
en wethouders in de gelegenheid te stellen hunne incening
over het voorstel te doen kennen.
De heer Teychiné ziet er geen bezwaar in, dat de behan
deling van zijn voorstel tot eene volgende vergadering wordt
verdaagd.
De heer Nelissen wijst erop, dat, nu de tegenwoordige
opcenten op het personeel met 1 Januari aanstaande ver
vallen, naar een nienw equivalent moet gezocht worden en
alzoo eerst dient te worden uitgemaakt, of opnieuw opcenten
op het personeel zullen geheven worden, dan wel of de hoof
delijke omslag zal worden verhoogd.
Wanneer de hoofdelijke omslag volmaakt was zegt de
heer Rombouts of althans, wanneer de gemeente de ge
gevens kreeg, die het rijk bezit voor de regeling van de
aanslagen in de vermogens- en bedrijfsbelastingen, dan was
eerstgenoemde wijze van belastingheffing zeer zeker het meest