2 October 1897.
eed van zuivering en de eed van trouw, voorgeschreven bij
art. 39 der gemeentewet.
De voorzitter wenscht den heer Witsenborg geluk
met zijne benoeming tot lid van den gemeenteraad en hoopt
dat de benoemde gaarne ertoe zal willen bijdragen om de
belangen der gemeente Breda te helpen bevorderen.
Spreker twijfelt daaraan niet, met het oog op de veeljarige
inwoning in deze gemeente en waardoor genoemde heer
ruimschoots in de gelegenheid is geweest zich van de Bre-
dasehe toestanden op de hoogte te stellen.
Daarop neemt de gekozene zitting.
A%. Ingekomen stukken.
2. Adres van W. Verhagen, koffiehuishouder, wonende
te Breda. d.d. 15 September 1897, daarbij verzoekende eene
rente, ten bedrage van veer lig cent 's jaars, ten behoeve
der gemeente Breda gevestigd op zijne eigendommen, ge
legen aan den Beijerd alhier, sectie B, nummers 2109 en
2110, tegen zoodanigen prijs, als gebruikelijk is, te mogen
afkoopen.
De voorzitter geeft in overweging op dit verzoek
gunstig te beschikken en belanghebbende mitsdien in do
gelegenheid te stellen, bedoelde rente tegen den penning
XX af te lossen.
Waartoe besloten wordt.
3. Adres van B. J. L. Mol, timmerman wonende te
Bredain dato 23 Septembei 1897, daarbij in koop ver
zoekende een stuk gemeentegrond aan den Achterom, ten
einde daarop arbeiderswoningen te stichten.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders van
meening zijn, dat het verzoek niet behoort te worden in-