2 October 1897.
245
ter voorziening in de vacature van leeraar in de bouwkunde
aan gemeld instituut aanbevelende de heeren:
1°. J. A. van Dongen, architect te Bredaen
2°. E. P. J. de Wolf, opzichter-boekhouder bij de ge
meentewerken te Breda.
Wordt overgegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt den heeren Sciieltus en Rom-
bouts als stemopneiners te willen fungeeren.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 12 op den
heer Van Dongen en 7 op den heer De Wolf.
Zoodat is benoemd tot leeraar in de bouwkunde
aan het stads-teekeninstituut alhier de heer J. A.
van Dongen, architect, wonende te Breda, op de
aan die betrekking verbonden jaarwedde van vier
honderd gulden en onder verplichting dat de be
noemde zich gedragen zal naar het bestaande of
later te wijzigen reglement.
De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het
door hen als zoodanig verrichte.
6. Ontwerp-besluit met memorie van toelichting, strekkende
om toestemming te verleenen tot afschrijving van hoofdstuk
VIII, art. 2 (onvoorziene uitgaven), begrooting voor 1897,
een bedrag van ƒ1387,745, en dat te doen strekken tot ver
hooging van:
hoofdstuk II, art. 2 (kosten van. het schoonhouden en meu
belen van het raadhuis), met een bedrag van 200,—
en hoofdstuk VII, art. 8 (aandeel in de kwade
posten der grond- en personeele belasting), met
een bedrag van-1187,745
Samen ƒ1387.745
Zonder bedending wordt vorenbedoeld ontwerp
besluit goedgekeurd.