248
2 October 1897.
welk berekend wordt noodig te zijn, dan is het resultaat,
dat de 1322 aangeslagenen in den hoofdelijken omslag naar
een inkomen van 800,of minder niet of slechts met
eenige centen zullen worden ontlast. Immers 237 personen
met een inkomen van ƒ600,gaan te zamen slechts 11,80
vooruit, 257 personen met een inkomen van 500,profi-
teeren samen 77,20 en 427 personen met een inkomen
van 400,zullen samen 232,60 vooruitgaan. De overige
401 gaan allen achteruit
21 aangesl. naar een inkomen van ƒ450,te zamen met ƒ10,95
26 -550,-24,90
15 s> y> -650,-42,15
104 -700,- y> -22,11
11 -750,— -16,27
224 - 800,- 20,94
Het blijft dus voor de geheele categorie van personen, die
aangeslagen zijn naar een inkomen van 800,of minder,
vrijwel onverschillig, op welke wijze zij in de gemeente
belasting zullen getroffen worden. Wat blijft er dus over,
vraagt spreker, wanneer de mindere man niet kan geholpen
worden Alleen dit, dat men wel 195 personen, die iets missen
kunnen, 2500,meer laat betalen, doch daarentegen
de bovenbedoelde vereenigingen, die op geen andere wijze te
treden zijn, van alle belasting geheel zouden worden vrij
gesteld. Het resultaat van sprekers onderzoekingen, inge
steld met het oogmerk, andere uitkomsten te zullen ver
krijgen, is dit, dat hetgeen zij, die geen personeel betalen,
meer zouden moeten bijdragen, van zoo weinig belang is dat
hij niet tot afschaffing der opcenten op het personeel zal
medewerken, waar ook tegen den hoofdelijken omslag-
zoo groote bezwaren bestaan, speciaal de moeielijkheid, om
de aanslagen in den hoofdelijken omslag te kunnen hand
haven, wanneer de belastingschuldigen zich tot gedeputeerde
staten hebben gewend. Spreker ziet niet op tegen het meer
dere weTk, dat door de toeneming van reclames zal ontstaan,
doch wil enkel op het vorenstaande wijzen, om daardoor
aan te toonen, dat ook de hoofdelijke omslag niet steeds