23 October 1897. 275 leden dus gezamenlijk de blaam of den lof daarvan moeten dragen. De heer IngenHousz, die de vergadering, waarin tot vast stelling eener nieuwe rooilijn en verkoop van grond besloten is, niet heeft bijgewoond, wijst erop dat de raad, door in trekking, op zijn besluit kan terugkomen, waartoe gereede aanleiding bestaat, nu beweerd wordt, dat de heeren Van Keep en Bergé onbillijk zijn behandeld geworden. Spreker stelt derhalve voor de adressen te stellen in handen van burge meester en wethouders om prae-advies en hen uit te noodigen te willen overwegen in hoever het gewenscht is, dat door den raad op zijn besluit worde teruggekomen. Niemand hierover nog het woord verlangende, wordt het voorstel van den heer IngenHousz zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 13. Adres van de kamer van koophandel en fabrieken te Breda, d.d. 9 October 1897, op daarbij aangevoerde gronden in overweging gevende in deze gemeente ecne vrije vee markt op te richten en deze te doen houden te dier plaatse en op die dagen, als de raad zal goedvinden. De voorzitter stelt voor dit adres te stellen in han den van burgemeester en wethouders ter fine van proc-advies. Waartoe besloten wordt. 14. Adres van het Roomsch Katholiek kerkbestuur der parochie van den H. Joseph te Bredad.d. 14 October 1897, daarbij, in verband met de in aanbouw zijnde kerk tusschen den Oranjesingel en den Teteringschen steenweg alhier, ver zoekende te willen besluiten, dat de eerste achttien boomen, staande aan de zuidzijde van genoemden steenweg, te be ginnen aan den hoek, gevormd door dezen steenweg en de Terheijdenstraat, in den loop van dit najaar door de ge meente zullen worden gerooid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 275