ONTWERP. 6 Februari 1897. Tegenwoordig de lieeren J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, F. J. M. HEIJ- LAERTS, mr. P. BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, J. A. VAN AKENA. J. REES, H. A. SAS SEN J. LIJDSMAN, B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN, mr. Tn. MATHON en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren J. E. VREEDE, mr. M. P. M. VAN DAM en J. J. NELISSEN. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 16 Januari 1897, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden. Spreker wijst erop, dat in de notulen cene vergissing is geslopen, door den naam van den heer Mathon te vermelden zoowel onder de vóór- als tegenstemmers van het voorstel van den heer Reigersman. Aangezien de heer Matiion behoord heeft tot de tegenstemmers, stelt spreker voor de notulen dienovereenkomstig te wijzigen en vraagt of nog iemand der leden voorlezing daarvan verlangt of andere bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. De heer Reigersman doet opmerken, dat op pagina 21 van de gedrukte notulen is vermeld, als zou door spreker gezegd zijn, dat hij evenmin op spoed is gesteld. Denkende aan eene drukfout, zag spreker het woord evenmin gaarne vervangen door het woord evenzeer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 27