'23 October 1897.
285
Overal elders, waar daaraan behoefte bestaat, worden op
centen op het personeel geheven. Te 's-Gravenhage 100,
Rotterdam 80, Delft 80 en Leeuwarden 70 opcenten, zoodat
Breda daarbij nog geen slecht figuur zou maken. De voor
gestelde verhooging is alleen noodzakelijk, omdat de hoofdsom
der personeele belasting lager is geworden. Worden de
opcenten losgelaten, dan loopen daardoor een aantal vereeni-
gingen, die personeel betalen, van gemeente-belasting vrij.
De heer Van Dam had gehoopt eenige becijferingen te
zullen hooren ter weerlegging van hetgeen door den heer
Teychiné tot bestrijding van het voorstel is in het midden
gebracht. De onbillijkheid is niet zoozeer bij de koffiehuis
houders dan wel bij de groote kapitalisten te zoeken.
De voorzitter is van meening, dat uit de gemaakte
becijferingen ieder iets van zijne gading nemen kan.
De heer Teychiné wijst erop, dat hij in geenen deele
enkel de koffiehuishouders op het oog heeft gehad en dat in
de door hem aangehaalde voorbeelden nagenoeg geene
kasteleins voorkomen.
De heer Heijlaerts zegt, dat de verschillende aangehaalde
cijfers bij hem de opinie hebben gevestigd, dat de groote
druk hoofdzakelijk op de kleine lieden gelegd wordt en dit
acht hij zeer onregelmatig.
De heer Teychiné wenscht nog te doen uitkomen, dat,
zooals door hem is aangetoond, bij de heffing van opcenten
f 550 000,onbelast blijft, uitsluitend van meergegoeden,
en dit noemt spreker onbillijk en onrechtvaardig.
De heer Reigersman heeft eveneens de cijfers nagegaan,
waaruit hem gebleken is, dat er 744 personen zijn, die wel
hoofdelijken omslag maar geen personeel betalenterwijl
daarentegen het kohier der personeele belasting 835 posten
bevat van personen of vereenigingendie niet in den hoof-