23 October 1897. 291 schenderij, te Breda daarentegen 140 maal. Hieruit volgt dus dat wel degelijk nauwkeurig toezicht noodig is. De heer Van Dam, de door den voorzitter aangehaalde cijfers voor oogen houdende, gelooft dat hierdoor het voorstel tot uitbreiding geheel wordt afgebroken. Daaruit toch blijkt, dat de menschen hier braver zijn dan in Den Bosch en dus de voorgestelde uitbreiding volstrekt niet noodzakelijk is. Bovendien telt 's-Boscli ruim 29000 inwoners en Breda 25000, hetgeen een verschil maakt van 4000 inwoners, dat bij de berekening van het aantal agenten ook in het oog gehouden moet worden. Als bebouwd gedeelte acht spreker 's-Bosch grooter dan Breda, wanneer men niet in aanmerking neemt de uitgestrekte exercitie-terreinen, het terrein van de Koninklijke Militaire Academie en meer andere plaatsen, waar niet gesurveilleerd wordt en ook geene surveillance noodig is. Hoewel het optreden van den tegenwoordigen commissaris van politie apprecieerende, acht spreker dezen ambtenaar nog te kort in deze gemeente aanwezig, om thans reeds een beslist oordeel over de tegenwoordige indee ling der politie te kunnen uitspreken. Tusschen zijne komst en thans hebben zich nog geene feiten van eenig aanbelang voorgedaan. De cijfers, door den heer Witsenborg aangehaald, mogen niet uit het oog verloren worden, vooral ook met het voor uitzicht, dat de gemeente nog verschillende zaken in 't verschiet heeft, die, te zamen genomen, de ingezetenen op zware lasten kunnen brengen. Spreker was tegen het oor spronkelijke ontwerp en ook thans nog, nu dit gewijzigd is. Wel wordt daarbij verwezen naar de jaarlijks op te maken begrooting, doch met voorbehoud van den burgemeester op eventueel beroep en waardoor de uitbreiding toch vroeg of laat zou moeten volgen. De voorzitter zegt, dat de voorgestelde wijziging aan vankelijk slechts een verschil zal geven van500,a ƒ600,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 291