294
23 October 1897.
Het amendement van den heev Witsenborg, als hebbende
de verste strekking wordt alsnu in stemming gebracht en
aangenomen met 11 tegen 8 stemmen.
Vóór stemden de heeren Slechtriem, Staal, Rees, Sassen,
Rombouts, Teychiné, Verschraage, IngenHousz, Heijlaerts,
Witsenborg en Van Dam.
Tegen waren de heeren Bloemarts, Nelissen, Lijdsman,
Van Hal, Sciieltus, Van Dongen, Reigersman en de
voorzitter.
Daarna wordt in stemming gebracht de aanstelling van
3 parkwachters, hetgeen met 11 tegen 8 stemmen wordt
verworpen.
Tegen stemden de heeren Slechtriem, Staal, Rees, Sassen,
Lijdsman, Rombouts, Scheltus, Van Dongen, IngenHousz,
Witsenborg en Van Dam.
Vóór waren de heeren Bloemarts, Nelissen, Van Hal,
Reigersman, Teychiné, Verschraage, Heijlaerts en de
voorzitter.
Waarna het geheele artikel 1 in stemming wordt gebracht
en aangenomen met 12 tegen 7 stemmen.
Vóór stemden de heeren Slechtriem, Staal, Rees, Sassen,
Rombouts, Sciieltus, Van Dongen, Teychiné, IngenHousz,
Heijlaerts, Witsenborg en Van Dam.
Tegen waren de heeren Bloemarts, Nelissen, Lijdsman,
Van Hal, Reigersman, Verschraage en de voorzitter.
Art. 2 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Nadat is bepaald, dat in art. 3 de woorden aen de park
wachters" zullen vervallen, wordt gemeld artikel zonder
stemming aangenomen.