ONTWERP. 13 November 1897. Tegenwoordig de heeren J. A. J. W. VAN HAL, mr. P. BLOEMARTS, W. J. SLECHTRIEM, J. J. NELISSENL. J. STAAL, A. J. REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, W. G. H. ROMBOUTSA. P. SCHELTUSB. C. VAN DONGENmr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, F. J. M. HEIJLAERTS, J. H. WIT- SENBOIIG, mr. M. P. M. VAN DAM en E. H. A. GUL JÉ, burgemeestervoorzitter. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 23 Octo ber 1897, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voor lezing daarvan verlangt ot eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. De heer Rombouts zegtdat door hem in de vorige ver gadering erop is gewezendat bij de tegenwoordige regeling van den hoofdelijken omslag een bedrag van f 1108 500, onbelast blijft en niet f 1 850 000,zooals op pagina 287 van de gedrukte ontwerp-notulen is vermeld. Gaarne zag spreker de notulen te dien opzichte gerectificeerd. De voorzitter vindt er geen bezwaar indat aan het verlangen van den vorigen spreker worde tegemoet gekomen. Niemand hierover nog het woord verlangende, worden de notulen van voormelde vergadering, met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 297