13 November 1897. '299 2. Schrijven van den heer E. J. M. de Bruijn te Breda, houdende kennisgeving, dat hij zijne benoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs in deze gemeente aanneemt. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Proces-verbaal van de op 2 November 1897 bij den gemeente-ontvanger gedane kasopneming, waaruit blijkt dat de boeken regelmatig zijn bijgehouden en het onderzoek der registers en bescheiden tot geene opmerkingen heeft aanleiding gegeven, terwijl de ontvangsten over 1897 hebben bedragen f 504 095,585 en de uitgaven f 432 575,54, zoodat in kas moest zijn een bedrag van f 71520,045. Ten kantore van den ontvanger is aanwezig bevonden eene som van 21 922,165, welke som, met het saldo bij de Amsterdamsche Bank aanwezig tot betaling van coupons en uitgelote obliga- tiën, ad f 49 597,88, overeenstemt met het hiervoor genoemde kassaldo. De voorzitter stelt voor dit proces-verbaal eveneens voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 4. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 28 October 1897, n°. 1208, daarbij, met betoog op art. 19, il) en 8 der wet tot heffing eener belasting op bedrijfs- en andere inkomsten, verzoekende een lid en een plaatsvervan gend lid te willen benoemen in de commissie van aanslag, ten gevolge der periodieke aftreding op 1 Januari 1898 van de heeren J. P. A. J. Rosu, als lid, en Jos. van Pelt, als plaatsvervangend lid. De voorzitter verzoekt den heeren Sciieltus en Van Hal als stemopnemers te willen fungeeren. Wordt overgegaan tot stemming voor een lid in de com missie van aanslag.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 299