13 November 1897. 313 b. VERORDENING op de invordering van den hoofdelijken omslag in de gemeente Breda. Artikel 1. Aan de hoofden van huisgezinnen en de hij anderen inwo nende personen, die geacht worden een eigen middel van bestaan te hebben, wordt in den loop der maand Januari vanwege burgemeester en wethouders een beschrijvingsbiljet bezorgd, waarin de bepalingen van het besluit tot het heffen van den hoofdelijken omslag, voor zooveel zij de verplichtingen der belastingschuldigen betreffen, zijn opgenomen. Van de uitgifte der beschrijvingsbiljetten geschiedt openbare kennisgeving. Art. 2. Ieder, die een beschrijvingsbiljet ontvangt, is verplicht de volgende, hem daarop gestelde vragen schriftelijk en met bekrachtiging zijner onderteekening te beantwoorden: 1°. Welk beroep oefent gij uit of welk ambt of welke betrekking of bediening wordt door u bekleed Bij het bestaan van rangen of klassen in uwe betrek king den rang of de klasse op te geven. 2°. Zijt gij eigenaar, vruchtgebruiker of erfpachter van het door u bewoonde perceel of is het perceel als ambtswoning bij u in gebruik, zoo ja, hoeveel bedraagt dan de jaarlijksche huurwaarde volgens aanslag in de personeele belasting 3». Is het perceel bij u in huur, hoeveel bedraagt dan de jaarlijksche huurprijs 4°. Hoeveel personen hebt gij in uwen dienst voor de uitoefening van uw beroep of bedrijf 5°. Zijn daaronder personen, die in eene andere gemeente woonplaats hebben, zoo ja, welke zijn hunne namen en voornamen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 313