13 November 1897.
317
bracht zijn, is invorderbaar in zooveel termijnen, als er na
de afkondiging van dat kohier maanden in het dienstjaar
overblijven.
De belastingschuldige kan zijn aanslag in eens of in
meerdere termijnen te gelijk voldoen.
Art. 10.
De aanslag is dadelijk en in eens invorderbaar, indien de
belastingschuldige in staat van faillissement verklaard is,
of gerechtelijken boedelafstand heeft gedaan, of indien zijne
roerende of onroerende goederen bij gerechtelijke uitwinning
ten verkoop zijn aangeslagen.
Art. 11.
De toerekening der betaling geschiedt in de volgende
orde:
1°. op de kosten van het zegel
2°. op de kosten van vervolging; en
3°. op den oudsten der openstaande aanslagen of ver
vallen termijnen.
Art. 12.
Om de drie maanden wordt door den ontvanger een staat
van oninvorderbare posten, met aanhaling van de volg
nummers op de kohieren en met de noodige toelichting, aan
de goedkeuring van den raad onderworpen.
Art. 13.
Zoo iemand gedurende minder tijd dan waarvoor hij is
aangeslagen, in de gemeente zijn hoofdverblijf hield, wordt,
met inachtneming van het bepaalde in het derde lid van
art. 245 der gemeentewet, zijn aanslag voor zooveel twaalfde
gedeelten op den staat van oninvorderbare posten gebracht,