13 November 1897.
321
De heer Reigersman is van gevoelen, dat, zonder het
systeem prijs te geven, door het indienen van amendementen
nog verbeteringen in de verordening kunnen worden aan
gebracht. Om die reden acht spreker het van belang, dat
de stukken worden gedrukt.
Het voorstel van den heer Verschraage, voldoende onder
steund, wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen
met 11 tegen 8 stemmen.
Tegen stemden de heeren Van Hal, Bloemarts, Slecht-
riem, Nelissen, Staal, Lijdsman, Rombouts, Scheltus, Van-
Dongen, Witsenborg en de voorzitter.
Vóór waren de heeren Rees, Sassen, Reigersman, Tey-
chiné, Verschraage, IngenHousz, Heijlaerts en Van Dam.
Thans stelt de voorzitter in behandeling het ontwerp
besluit tot het heffen van een hoofdelijken omslag, zooals
dit door burgemeester en wethouders is aangeboden.
In algemeene beschouwingen wordt niet getreden.
De artikelen 1 en 2 worden zonder beraadslaging goed
gekeurd.
Bij de behandeling van artikel 3 geeft de heer Verschraage
in overweging, om in de voorlaatste zinsnede het woord
»openbare" te doen vervallen.
Met inachtneming dezer voorgestelde wijziging wordt
gemeld artikel goedgekeurd.
De artikelen 4, 5 en 6 worden vervolgens zonder beraad
slaging goedgekeurd.
Daarna wordt het geheele besluit in stemming gebracht
en aangenomen met 15 tegen 4 stemmen.