328 13 November 1897. hebben ingesteld tegen hunnen aanslag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor liet dienstjaar 1897. De voorzitter stelt voor deze stukken in besloten vergadering te behandelen. Waartoe besloten wordt. B. Verslagen. 1. Door den heer IngenIIousz, als centraal-rapporteur, wordt verslag uitgebracht betrekkelijk het onderzoek van de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor den dienst van 1898, luidende als volgt: UITGAVEN. Hoofdstuk I, volgnummer 54, artikel 5k. In één der «afdeel ingen werd het verlangen kenbaar gemaakt, dat door «den archivaris jaarlijks een beknopt verslag aan den raad «zoude worden gegeven omtrent den toestand van het «archief en van de werkzaamheden door den titularis gedu- «rende dat jaar verricht. Volgnummer 57, art. 8e. Er wordt geklaagd over de «wijze, waarop de keuring van de visch geschiedt, en alge- «meen wenscht men in die sectie, dat er eene geheel nieuwe «regeling te dien aanzien zoude komen. y>Hoofdstuk II, volgnummer 67, art. 3b. Gaarne zouden «eenige leden de reden weten, waarom de hier bedoelde «schrijfbehoeften niet in het openbaar worden aanbesteed. «Hiertegen bestond, volgens hunne meening geen bezwaar. Hoofdstuk III, volgnummer 82, art. la. 't Kwam vele «leden zeer gewenscht voor. dat het gedeelte der Bouwerij sstraat, van ouds bekend als «Vlooiennest", opnieuw zoude «worden bestraat, daar zij van meening zijn, dat de toestand «van de bestrating daar ter plaatse zeer slecht is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 328