13 November 1897. 329 Hoofdstuk III, volgnummer 82, art. ld. Bij de bespre- »king van dezen post wordt aangedrongen op voortdurend «nazien en zuiver houden van de urinoirs, daar er verschil lende te dien aanzien veel te wenschen overlaten. Hoofdstuk III, volgnummer 87, art. 6c. Gaarne wenschte »men dezen post met zoodanig bedrag verhoogd te zien, dat «een voldoende hoeveelheid ijzertegels kan worden aangeschaft, »om in den loop van het jaar overal trottoirs te leggen waar «woningen voltooid zijn. Hoofdstuk III, volgnummer 87, art. 6d. Yrij algemeen «vond men een ijzeren urinoir op het Stadserf én te kostbaar »èn ondoelmatig. Men was van meening dat een houten «inrichting, die meer ruimte biedt, beter aan het doel daar «ter plaatse zoude beantwoorden. Hoofdstuk III, volgnummer 87, art. 6i. De uitgave van «ƒ500,vooreen monumentalen lantaarnpaal achtten sommige «leden te hoog, met het oog op de financieele draagkracht «der gemeente. Hoofdstuk IV, volgnummer 92, art. 3. Wenschelijk werd «het geacht om in het gemeentehuis brandkranen aan te «leggen, voornamelijk ter beveiliging van het archief. Hoofdstuk V, volgnummer 103, art. ld-e-f. Gaarne zoude «men vernemen, waarom nog geene pogingen zijn aangewend «om tot conversie der 31/2 0/'o leeningen tot eene van 3 0/0 «te geraken. Men was van meening, dat zulk eene conversie «over een bedrag van f 1 395 000, zeer voordeelig voor de «gemeente zoude zijn. '«Hoofdstuk VI, volgnummer 122, art. 16c. Een bedrag «van f 900,voor den hier uitgetrokken post achtte men «zeer hoog, waarom men meende burgemeester en wet- «houders te moeten verzoeken een onderzoek in te stellen «naar de twee volgende punten: a. «Zijn er bij de andere gemeente-burgerscholen met »5-jarigen cursus eveneens bibliotheken?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 329