I 32 (i Februari 1897. 7. Adres, in dato 30 Januari 1897, van I,. Hoefnagel en vier andere houders of houdsters van gebakkramen, wo nende te Breda en reizende op kermissen, daarbij te kennen gevende, dat zij tot hun nadeel hebben ondervonden, dat zij het vorig jaar naar de verschillende standplaatsen op de najaarsmarkt hebben moeten inschrijven, er tevens op wij zende, dat in andere plaatsen do houders van gebakkramen, inwoners der gemeente zijnde, voorrechten genieten, met verzoek het daarheen te willen leiden, dat voor hen, als in woners der gemeente, op de kermis en najaarsmarkt steeds eene standplaats worde gereserveerd tegen het gewone of nader te regelen hooger marktgeld. l)e voorzitter geeft in overweging dit adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders om prae-advies. Waartoe besloten wordt. 8. Schrijven van burgemeester en wethouders, d.d. 29 Januari 1897, nO. 117, daarbij, met overlegging van het be richt van het betrokken hoofd der school en van het advies van den arrondissements-schoolopziener, ter benoeming van onderwijzeres aan de eerste openbare school in deze ge meente voordragende 1°. mejuffrouw Sophie Bellaart, te Breda, 2°. J. A. Ij. I. Smeulders 3°. J. A, van Dongen, te Asperen. Wordt overgegaan tot stemming. De voorzitter verzoekt den heeren wethouders Van Aken en Scheltus als stemopnemers te willen fungeeren. Er worden uitgebracht 16 stemmen, waarvan verkrijgen mejuffrouw Bellaart 10 en mejuffrouw Smeulders 6 stemmen. Zoodat met ingang van 1 April 1897 is benoemd tot onderwijzeres aan de eerste openbare school in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 32