330 13 November 1897. b. «Zoo ja, hoeveel wordt daar tot dit doel besteed? Hoofdstuk VI, volgnummer 124, art. 18f. Ingevolge «raadsbesluit moet deze post met f 100,worden verhoogd ^Hoofdstuk Vil, volgnummer '158, art. 10. Deze post «behoort verminderd te worden met 1 000,wegens af- «schaffing der opcenten op de personeele belasting. INKOMSTEN. Hoofdstuk II, volgnummer 3. Dit artikel moet eveneens «vervallen, terwijl art. I, volgnummer 6, van f 80 000,zal «moeten gebracht worden op 119 000, «De commissie van rapporteurs: »A. J. A. VERSCHRAAGE. »P. BLOEMARTS. »W. INGENHOUSZ." De voorzitter dankt de commissie van rapporteurs en in het bijzonder den heer IngenHousz voor het uitgebracht rapport en stelt voor de behandeling ervan aan te houden tot eene volgende vergadering, ten einde burgemeester en wethouders in de gelegenheid te stellen daaraan eene memorie van beantwoording toe te voegen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 2. Door den heer Staal wordt namens de commissie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van ont vangsten en uitgaven van het oude-mannenhuis voor het dienstjaar 1898, gerapporteerd, dat bedoelde begrooting dooi de commissie is nagezien en daartegen geene bedenkingen zijn gerezen, weshalve wordt voorgesteld gemelde begrooting goed te keuren, zooals zij door het bestuur van het oude mannenhuis is aangeboden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 330