4 December 1897.
335
tevens de pensioensgrondslag van den te benoemen
schrijver bij de politie vastgesteld op f 600,
4. Adres van de agenten van politie te Breda, d.d. 13
November 1897, verzoekende, op daarbij aangevoerde gronden,
hunne jaarwedden te willen verhoogen.
De voorzitter geeft in overweging dit adres aan te
houden tot bij de behandeling der begrooting.
De heer Van Dam stelt voor het adres te renvoyeeren
naar burgemeester en wethouders, ten einde daaromtrent
hij de behandeling der begrooting aan den raad de noodige
inlichtingen te verschaffen.
De voorzitter wijst erop, dat de behandeling der ge
meente-begrooting nog op de agenda voor deze vergadering
voorkomt, zoodat burgemeester en wethouders aan de ge-
wenschte opdracht geen gevolg zullen kunnen geven. Spreker
vraagt, of het ook de bedoeling van den voorsteller kan zijn
het adres tot eene volgende vergadering aan te houden,
nadat daarover door burgemeester en wethouders een prae-
advies zal zijn uitgebracht.
De heer Van Dam antwoordt hierop bevestigend, omdat
het hem in ieder geval gewenscht voorkomt over deze zaak
het gevoelen van burgemeester en wethouders te vernemen.
Zonder verdere beraadslaging of hoofdelijke stem
ming wordt dienovereenkomstig besioten.
5. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord-Bra
bant, d.d. 10 November 1897, G, n°. 44, 2a° afdeeling, 3lle
bureau, daarbij, onder terugzending van de door den raad
dezer gemeente vastgestelde verordening tot heffing van
rechten van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte