4 December 1897.
341
het nader ingekomen adres van P. F. van Keep en J. Bergé,
alsmede der adressen van mevrouw de weduwe J. J. de
Fraiture en J. van Winsum, in overweging gevende aan
genoemde adressanten in koop af te staan een gedeelte grond
van de gedempte Gampel, nader omschreven in de bijge
voegde ontwerp-contracten en onder de daarbij gestelde
voorwaarden.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel
kan vereenigen.
De heer Bloem arts had gemeend, bij het nazien der
stukken, daarbij een afzonderlijk ontwerp-besluit tot verkoop
dier gronden te zullen aantreffen. "Wijl dit niet het geval
was en het besluit derhalve nog zal moeten geformuleerd
worden, acht spreker het niet overbodig daaraan eene kleine
toevoeging te doen. Met de oplossing der kwestie, zooals
die thans wordt voorgesteld, kan spreker zich wel vereenigen,
doch in verband met hetgeen door den heer Sleciitriem
daarover in de vorige vergadering is gezegd, is hij van oor
deel, dat de zaak thans als beëindigd moet worden beschouwd
en het in de bedoeling ligt, niet verder op het besluit van
14 Augustus j.l. terug te komen. Spreker wil alzoo het
gevaar vermijden, dat de raad andermaal voor eene dergelijke
kwestie zal worden geplaatst en op grond daarvan stelt hij
voor in het besluit de clausule op te nemen dat overigens
de gemeentegrond van de gedempte Gampel niet dan aan
eigenaren van de aan de noord westzijde van de straat »de
Achterom" gelegen perceelen zal worden verkocht of ver
huurd.
De heer Heijlaerts is het in zoover eens met den heer
Bloemarts, dat dit besluit alleen zal gelden voor de eigenaren,
wier perceelen grenzen aan de rooilijn »de Achterom", dus
niet voor de geheele Gampel.
De voorzitter zegt, dat de bedoeling van den vorigen