4 December 4897. 349 Er worden uitgebracht 48 stemmen, waarvan 9 op den heer Van Berkum en een gelijk aantal op den heer Mondt. Op grond dat de stemmen hebben gestaakt, moet over eenkomstig art. 54 der gemeentewet het lot beslissen. Daartoe worden door den voorzitter twee briefjes, de namen der beide candidaten bevattende, in de bus gedaan, en behoorlijk dooreen gemengd, waarna door den secretaris één briefje uit de bus wordt gehaald, hetwelk bij opening blijkt te bevatten den naam van den heer Mondt. Zoodat met ingang van heden is benoemd tot directeur der hoogere burgerschool en burger-avond- school in deze gemeente de heer B. W. Mondt, thans leeraar aan gemelde inrichtingen, op de aan die betrekking verbonden jaarwedde van twee duizend acht honderd gulden, met bepaling, dat de benoe ming zal geacht worden te zijn geschied per cursus jaar en dat de benoemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe minstens drie maanden vóór den afloop van het cursusjaar behoort in te dienen, wordende tevens de pensioensgrondslag vastgesteld op f 2800, De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. 42. Schrijven van de commissie van beheer der gemeente reiniging alhier, d.d. 29 November 4897, inhoudende een voorstel tot nadere regeling der jaarwedde van den directeur der gemeente-reiniging en luidende als volgt: »De commissie van beheer der gemeente-reiniging te Breda »heeft de eer den raad voor te stellen 4°. »in de verordening regelende den rang, het getal en wie bezoldiging van de ambtenaren en bedienden «belast met de gemeente-reiniging en de verzameling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 349