34 O Februari 1897. onder de benaming van staangeldeen recht geheven worden svoor het gebruik van gemeentegrond tot liet plaatsen van stenten, spellen, kramen en uitstallingen gedurende de kermis sen de najaarsmarkt, en bij andere buitengewone gelegen sheden. Art. 2.. sHet staangeld bedraagt a. sbij de kermis en bij de najaarsmarkt voor elke tent, selk spel en elke kraam, of voor uitstallingen, tafels sen soortgelijke inrichtingen, 25 cent per centiaremet seen minimum van f 3,voor overdekte en f 1, svoor onoverdekte inrichtingen b. sbij andere buitengewone gelegenheden 3 cent per scentiare en per dag, met een minimum van f 1, svoor overdekte en van f 0.40 voor onoverdekte in- srichtingen. b. Verordening' op de invordering van liet staangeld in de gemeente Breda. Artikel 1. sleder, die gebruik wenscht te maken van gemeentegrond stot het plaatsen van tenten, spellen, kramen of uitstallingen, smoet zich met opgave der verlangde oppervlakte (voorzijde en sdiepte) daartoe schriftelijk aanmelden bij den marktmeester, saan wien, behoudens goedkeuring van burgemeester en wet- shouders, het regelen der staanplaatsen is opgedragen. sDeze aanvrage moet bij de kermis en najaarsmarkt min- sstens ééne maand te voren geschieden. Art. 2. sDo invordering van het staangeld geschiedt overeenkom- sstig de artikelen 258262 der gemeentewet. Art. 3. sHet staangeld moet in eens en vóór het in gebruik nemen svan den gemeentegrond betaald worden in handen en op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 34