358 4 December 1897. Hoof (hl uk IV, volgnummer 92, art. 3. Wenschelijk »werd het geacht om in het gemeentehuis brandkranen aan >)te leggen, voornamelijk ter beveiliging van het archief." Antwoord. sliet aanleggen van brandkranen in het gemeentehuis is sreeds meermalen bij burgemeester en wethouders in be- »spreking geweest en alsnog is in overweging, hoedanig dit, smet het oog op de uitgestrektheid van het gebouw en de «allerwegen in gebruik zijnde localiteiten het meest voor- «deelig en doelmatig kan geschieden. »In den volgenden zomer wordt het z. g. oud-archief ver- splaatst naai' liet huis sliet liggend hert". Deze post wordt hierop goedgekeurd. sHoofdstuk V, volgnummer 103, art. 1 d-e-f. Gaarne «zoude men vernemen, waarom nog geene pogingen zijn «aangewend om tot conversie der 31/2 °/o leeningen tot eene i>van 3 0/0 te geraken. Men was van meening dat zulk eene sconversie over een bedrag van f 1 395 000,zeer voor- sdeelig voor de gemeente zoude zijn." Antwoord. sGaarne zouden burgemeester en wethouders, overeen- skomstig hunne vroegere mededeelingen aan den raad, reeds seen voorstel gedaan hebben om de 31/2 °/o genieenteschuld sin eene van 3 0/0 te converteeren, doch de geldmarkt is «daartoe nog altijd ongunstig. Niet enkel toch moet rekening «gehouden worden met den rentevoet, maar ook met de «kapitaalschuld, die, evenredig verzwaard wordende, de voor- sdeelen van den lageren rentevoet doet verloren gaan. Een «betere tijd moet alzoo, naar het oordeel van burgemeester «en wethouders, afgewacht worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 358