360 4 December 1897. De voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Waarna de onderwerpelijke post wordt goed gekeurd. Hoofdstuk VI, volgnummer 124, art. 18f. Ingevolge «raadsbesluit moet deze post met f 100,worden verhoogd. Antwoord. «Met de verder in het rapport voorgestelde wijzigingen, »die een gevolg zijn van de na het indienen der begrooting «genomen raadsbesluiten, zal rekening gehouden worden bij «liet vaststellen der begrooting. «De volgende korte toelichting wordt hier bijgevoegd: Volgnummer 156. Aandeel van de gemeente in de kwade posten op de grond- en personeele belasting. «In 1897 is te dier zake betaald over 1894 (grondbelasting) «en over 1894/95 (personeele belasting) f 2187,743. «In 1898 moet het verschuldigde respectievelijk betaald «worden over 1895 en 1895/96. «Het begroote bedrag moet alzoo in zijn geheel behouden «blijven." Bedoelde posten worden, met inachtneming der betrokken wijziging, goedgekeurd. Hoofdstuk VII, volgnummer 158, art. 10. Deze post «behoort verminderd te worden met f 1000.wegens af- «schaffing der opcenten op de personeele belasting." Antwoord. «In het rapport wordt erop gewezen, dat deze post behoort «verminderd te worden met f 1000, Laatstelijk is in 1896 betaald f 1357,555, te weten: over «1896 (grondbelasting) en over 1895/96 (personeel). Nu rest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 360