ONTWERP. 18 December 1897. Tegenwoordig de heeren J. A. J. W. VAN HAL, J. J. NKLISSEN, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, A. J. REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, W. G. II. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGENHOUSZ, F. J. M. HEIJLAERTS, J. H. WIT- SENBORG, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS en E. H. A. GULJE, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren mr. A. REIGERSMAN en A. J. A. VERSCHRAAGE. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 4 Decem ber 1897overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden, en vraagt of iemand der leden alsnog voor lezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een bericht van den heer Reigersman, houdende, dat hij ver hinderd is de vergadering van heden bij te wonen. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde: A. Ingekomen stukken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 365